Als tekstschrijver heb je anderen nodig om je werk goed te doen. Iemand die je informatie geeft, kandidaten om te interviewen, een expert die iets toe kan lichten, deskundigen die je tekst nalezen op onjuistheden. En niet te vergeten iemand die je rekening betaalt ; -)

Dat menselijk contact heeft veel leuke kanten. Onhandig is het dat het vaak lastig is mensen te bereiken. Soms ben ik net zoveel tijd kwijt met mensen nabellen of herinneren aan een deadline als met het schrijven van de tekst. Met de komst van mobieltjes is dat eigenlijk alleen maar erger geworden: je krijgt geen secretaresse of collega meer aan de lijn die inzicht heeft in de agenda van degene die je wilt spreken. Het lijkt ook wel of medewerkers steeds vollere agenda’s hebben gekregen. Zodat zelfs een telefoontje ingepland moet worden. De e-mail dan maar? Inderdaad een uitkomst, maar wel makkelijk te negeren door de ontvanger – en je weet nooit helemaal zeker of ie wel is aangekomen.

Gelukkig is het de aanhouder die wint. Geholpen door het nodige doorzettingsvermogen, een gezond gebrek aan schroom en een ‘boekhoudsysteem’ voor acties waarvoor je wacht op anderen. Ik ben het maar gaan beschouwen als een deel van mijn werk: mensen ‘achter de broek aan zitten’. Fungeren als stok achter de deur of – als je wilt – lastpak, om te komen tot die tekst die anders nog steeds niet tot stand zou zijn gekomen. Kortom: het hoort erbij. En soms valt het dan opeens ook nog eens mee.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *