Van elke drie zzp’ers heeft er maar één iets geregeld voor arbeidsongeschiktheid. Een reden is vaak het prijskaartje: zeker als je wat ouder bent of een ziektegeschiedenis hebt, loopt de premie op. Een alternatief dat sterk in opkomst is, is aansluiting bij een ‘broodfonds’. Dat heeft belangrijke voordelen, maar is nog niet zaligmakend.

Vooral langdurige ziekte kan enorme financiële gevolgen hebben. Als je een week lang een griepje hebt, is dat niet zo’n ramp. Al vervelender wordt het als je bijvoorbeeld ongelukkig komt te vallen bij de wintersport en door nekletsel maandenlang niet kunt werken. Met een arbeidsongeschiktheids- of inkomensverzekering verzeker je het wegvallen van inkomen uit werk als gevolg van ziekte of een ongeval. Ook zwangerschap is doorgaans verzekerd, aanvullend op de Zelfstandig en Zwanger-regeling van de overheid.

Je kiest zelf hoe sober of uitgebreid je de verzekering maakt. Wel kan de verzekeraar je weigeren of een aantal aandoeningen uitsluiten op grond van je medische verleden. De premie hangt samen met je leeftijd, maar bijvoorbeeld ook met de wachttijd, de maximale duur van de uitkering en de hoogte van de dekking. Per jaar betaal je al gauw 1500 euro, en dat kan – afhankelijk van je leeftijd en de dekking – oplopen tot meer dan 4000 euro. Bedenk wel dat dit een brutobedrag is: je mag de premie van je inkomen aftrekken (via de post ‘reservering voor inkomensvoorzieningen’ in het aangifteformulier). Dat scheelt, afhankelijk van in welke belastingschaal je valt, ruim dertig, veertig of vijftig procent van de premie. Over de premie betaal je geen btw en ook geen assurantiebelasting.

Naast premie heb je te maken met afsluitprovisie. Die is niet (meer) fiscaal aftrekbaar. De afsluitprovisie betaal je eenmalig aan je tussenpersoon. Voor een goed advies is volgens de Autoriteit Financiële Markten circa zes uur nodig. Tegen een uurtarief van 125 euro, betaal je dan rond de 750 euro. Vaak is het meer. De moeite waard om te vergelijken!
Daarnaast rekenen de meeste tussenpersonen een servicebedrag per jaar of per maand voor het beheer en ‘onderhoud’ van de polis, bijvoorbeeld voor aanpassingen. Dat bedrag kan oplopen tot circa 10 euro per maand. Het komt nog voor dat aanbieders het servicebedrag verwerken in de premie. Opletten dus!

De laatste jaren zijn ‘broodfondsen’ in opkomst: een arbeidsongeschiktheidsfonds voor en door ondernemers. Door je aan te sluiten bij zo’n fonds, ben je verzekerd van een basisinkomen bij ziekte. Een broodfonds keert niet uit bij zwangerschap. De uitkeringsduur is maximaal twee jaar. Aan een fonds nemen tussen de twintig en vijftig ondernemers deel. Als deelnemer zet je elke maand een afgesproken bedrag op een aparte rekening van het fonds. Anders dan bij verzekeraars maakt het niet uit hoe oud je bent, wat je doet of wat je ziekteverleden is. Als iemand uit de groep ziek wordt, krijgt hij elke maand een bepaalde uitkering, bijvoorbeeld 1000 euro, totdat hij weer beter is. Feitelijk bestaat die 1000 euro uit een schenking van een paar tientjes door iedere deelnemer. De ontvanger hoeft er geen belasting over te betalen. Als je instapt, kun je kiezen hoe hoog het bedrag is dat je ontvangt.

Een fonds is altijd zo samengesteld dat ieder lid enkele andere leden persoonlijk kent. Er is dus een sterke sociale controle. Het betekent in de praktijk ook dat je elkaar niet alleen geld geeft bij ziekte, maar ook morele steun en zelfs praktische hulp.
Als veel mensen tegelijkertijd ziek worden, kan er een probleem ontstaan. In het meest ongunstige geval zal de uitkering moeten worden verlaagd, dan wel de inleg verhoogd. Voor zover bekend is dit tot nu toe geen issue.
Je kunt trouwens alleen meedoen aan een broodfonds als je geïntroduceerd wordt door iemand van de broodfondsgroep. Anders kun je kijken of je binnen je eigen netwerk een groep kunt starten. Verder moet je langer dan een jaar een bedrijf hebben én moet dat bedrijf de hoofdbron van je inkomen zijn.

Je inleg is afhankelijk van je gewenste schenking. Kies je voor een lage uitkering, dan betaal je per maand ook de laagste bijdrage: bij 1000 euro rond de 45 euro. Verder betaal je een eenmalige instapvergoeding (ongeveer 300 euro). Ook zijn er maandelijkse administratiekosten: circa 10 euro. De instapvergoeding en administratiekosten zijn aftrekbaar van de belasting, de maandelijkse inleg niet. Je kunt twee keer per jaar in- of uitstappen. Heb je eenmaal een schenking gehad, dan moet je nog een paar jaar lid blijven.

Anders dan bij een verzekeraar, krijg je terug wat over is van je inleg. Ook als er zo weinig zieken zijn geweest dat de ‘pot’ overvol is, kunnen de leden besluiten een deel van de inleg aan zichzelf terug te geven. Om niet onnodig geld op te potten, is er een maximum aan wat je apart zet voor het Broodfonds: doorgaans 36 keer je maandbijdrage (de premie van drie jaar).

De conclusie? Een broodfonds is een prachtige uitvinding, zeker voor zelfstandigen die zich anders niet of alleen heel duur kunnen verzekeren. Je inleg blijft op jouw naam staan en je weet precies wat ermee gebeurt. Een beperking is dat je in geval van arbeidsongeschiktheid maximaal twee jaar schenkingen krijgt. In de meeste gevallen is dat lang genoeg: ruim 97% van de langdurig zieke ondernemers is binnen twee jaar weer aan het werk. Maar behoor je tot het kleine percentage pechvogels dat langer arbeidsongeschikt is, dan krijg je alsnog te maken met grote financiële gevolgen. Weliswaar is er in Nederland altijd nog de bijstand, maar het is geen pretje als je het zo ver moet laten komen. Daarom zijn er ook mensen die een broodfonds combineren met een aov die pas na twee jaar arbeidsongeschiktheid uit gaat keren.

Wat je ook beslist: je kunt er zelf veel aan doen om gezond te blijven. Een abonnement op de sportschool en een gevulde fruitschaal zijn wat dat betreft uitstekende investeringen!

Meer info

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *